Deze literaire bijdrage is een vervolg op het eerder verschenen baanbrekend stuk over de polaire vortex. Nadat de aanhoudende vrieskou amper vijf maanden geleden een collectieve hysterie baarde, is het wederom van dattum, maar deze keer raken de gemoederen pas echt verhit. Onze vergeelde gazon kraakt, code geel is al code oranje geworden, platanen laten massaal hun schors los, nooit eerder moesten hulpverleners zo massaal uitrukken op festivals om gedehydrateerde feestneuzen te reanimeren en de Federatie van het Belgisch Naturisme (verder FBN, niet te verwarren met FSLN, het Sandinistisch Bevrijdingsfront uit Nicaragua) begint onze uitgeputte beleidsmakers weer te vervelen met de roep om extra naaktstranden. Dat laatste is begrijpelijk, want onbeboet bloot rondlopen kan momenteel enkel op een strook van 400 bij 15 meter in Bredene. We praten hier dus over 6.000 vierkante meter voor de meer dan 8.000 betalende leden van de FBN; minder dan één vierkant meter per naaktloper. Bij eb dan nog wel. Dat probleem sleept in het huidige klimaat maanden aan, terwijl men vroeger – toen ik klein was – met veel geluk drie dagen per jaar ontdaan van alle textiel kon doorkomen zonder een verkoudheid op te lopen. Maar ja, toen ik klein was bestond er helemaal geen klimaatprobleem. Het enige wat wij hadden was een gat in de ozonlaag door overvloedig gebruik van haarlak in de jaren tachtig, omdat iedereen een kapsel wilde als Annie Lennox. Mannen uiteraard niet. Die wilden een kapsel zoals dat van Dave Stewart.
Vandaag liggen de weerkaarten helemaal anders en om dat probleem te duiden komt een hele reeks ‘experten’ aan bod in het nieuws. Weermannen en -vrouwen rollen over elkaar in nieuwsbulletins, de minister van milieu blijft beweren dat er geen watertekort dreigt en de terreinverantwoordelijke van Eendracht Hekelgem mag op de nationale radio uitleggen hoe het komt dat zijn grasmat inmiddels harder dan graniet is. Overigens, Eendracht Hekelgem werd in 2001 opgeslorpt door FC Denderleeuw om vervolgens onder de naam Eendracht Affligem het mooie weer te maken in de provinciale reeksen. Pas tien jaar later kreeg de club na een democratische volksraadpleging opnieuw de naam Eendracht Hekelgem. In plaats van al dat gesjacher met de clubnaam hadden ze beter tijd geïnvesteerd in de aanleg van kunstgrasvelden – dat blijkt nu wel. Nog een specialist die opgevoerd wordt in de media: de gouverneur van West-Vlaanderen. Deze vooruitstrevende beleidsman heeft alvast een verbod ingevoerd om te besproeien tussen 8 uur ’s morgens en 20 uur ’s avond, want dan verdampt alles toch meteen. In de daluren mag het dus wel, maar hij roept de mensen wel op spaarzaam om te gaan met drinkwater. En de lokale landbouwers kunnen bij Aquafin iedere dag terecht voor een miljoen liter gezuiverd afvalwater. Dat kunnen ze goed gebruiken om de composthopen die vandaag de dag spontaan in brand vliegen te blussen (tip: je kan deze ook met een riek verluchten).
Al deze zelfverklaarde specialisten zien een bos noch bomen door de aanhoudende hitte en dus zal ik wederom mijn verantwoordelijkheid moeten opnemen. Zoals geweten ben ik als vooraanstaand travel blogger behept met een – ik druk het bescheiden uit – meer dan gemiddelde meteorologische kennis. Wat we nu meemaken is het gevolg van de ‘luie straalstroom’, de lelijke achternicht van de polaire vortex. Kort samengevat zorgt een hardnekkig hogedrukgebied ten noorden van ons land ervoor dat de huidige situatie tot vervelens toe geblokkeerd blijft. De spreekwoordelijke ‘snelweg van lucht’ hangt vast voor de al even spreekwoordelijke Kennedytunnel. Dat laatste mag je met een korreltje zout nemen, want de huidige hitte beperkt zich heus niet tot België. Zo beleven de Zweden de warmste juli in 260 jaar, met bosbranden waar Portugal jaloers op kan zijn. Wie goed rekent, die weet dat we dus moeten teruggaan tot het jaar 1758 om nog zo’n extreme temperaturen waar te nemen in Zweden. Dat resulteerde toen in de slag van Fehrbellin, waar het Pruisische leger in de pan gehakt werd. In datzelfde jaar ontstond brouwerij Martens in Bocholt. Bij ons was het toen ook best warm en aangezien Aquafin nog niet bestond moest ieder dorp zijn eigen bier brouwen om de dorstigen te laven.
Een tweede element betreft mijn theorie van regressie naar het gemiddelde, zoals besproken in mijn wetenschappelijk essay over de polaire vortex. Een zogenaamde weerman, wiens naam ik uit respect voor zijn familie niet zal vermelden, heeft mijn theorie trachten over te nemen. Ik citeeer: ‘… aan alle broeierig hete liedjes komt een eind. De droogte zal logischerwijs later gecompenseerd worden met neerslag. Wanneer dat juist is, kan ik niet zeggen, maar na een droge periode volgt steeds een periode met meer regen.’ Vijf jaar studeren aan de universiteit om vervolgens plagiaat te plegen en mijn baanbrekende bevindingen schaamteloos over te nemen in de populaire media: moge hij verzuipen in de regen die hij zonet perfect wist te voorspellen. En wat mezelf betreft kan ik enkel zeggen dat ik er binnenkort weer ben met meer weer. Zolang de hitte aanhoudt raad ik iedereen aan om op tijd een biertje van brouwerij Martens open te trekken. Maar drink wel met mate, tenzij je Jean-Claude Juncker hebt uitgenodigd om klimaatopwarmingsnegationisme strafbaar te maken op Europees niveau.